10 november - 30 december 2010
Houtsneden van Tim Blaauw en Sakia van Voorn

In zijn tekeningen legt Tim Blaauw het landschap vast. De ongerepte natuur, voor zover die nog te vinden is, laat hij voor wat ze is. Het aardoppervlak, getransformeerd door haar bewoners, is zijn werkterrein. Megalithische stenen, dijken, maar ook spoorlijnen. Als een cartograaf stelt hij zich vooraf op de hoogte van de toestand van een gebied. Eenmaal doorgrond, fladdert hij als een vogel in het landschap. Door een hoog standpunt in te nemen verschaft Tim Blaauw zich een brede blik, die hij focust op een door de mens nagelaten spoor. De horizon, hoog in beeld, is het enige dat houvast biedt. De transparante kleuren en de structuur van de houtnerf, geven de topografieën van Tim Blaauw een poëtische dimensie. in 1981 is Saskia van Voorn afgestudeerd aan de Academie Minerva, Groningen. Haar specialisme is de kleurenhoutsnede, beïnvloed door de Japanse houtsnede, Ukiyo-e. Daarnaast zijn aquarel en illustratieve pentekeningen haar sterke kant. Vanaf 1988 woont zij, samen met Siene de Vries en hun twee zonen op het prachtige Banks Peninsula in Nieuw-Zeeland. Voor haar houtsneden maakt zij eerst een ontwerp, meestal naar aanleiding van tekeningen, die buiten gemaakt zijn. In principe gebruikt Saskia van Voorn voor iedere kleur een apart blok hout. Deze blokken worden in een bepaalde volgorde na elkaar afgedrukt. Dit proces neemt meestal enkele weken in beslag. Saskia van Voorn maakt soms ook gebruik van de nerf van het hout. Zij is kritisch op het kleurverloop en tracht hiermee een bepaalde sfeer op te roepen. Doorgaans worden de prenten in een oplage van maximaal twintig exemplaren gedrukt.
Ga naar topTerug

---

9 maart - 29 april 2011
HOLT ROND

HOLT is een samenwerkingsverband van kunstgrafici uit de drie noordelijke provincies van Nederland. Deze groep bestaat al sinds het begin van de jaren negentig. Zij exposeerden onder de naam Groninger Houtsnijders en Noordelijke Hoogdrukkers in Nederland, België en Duitsland. De volgende 18 Noordelijke Hoogdrukkers presenteren prenten met het thema 'Rond': Dianne Bakker, Tineke van den Berg, Tim Blaauw, Astrid Bobbink, Siemen Dijkstra, Willy van der Duyn, Bert Hemsteede, Rineke Hollemans, Kea Homan, Elly Huizinga, Sven Kettlitz, Michiel Kranendonk, Peter Petkov Lazarov, Rita Lentz, Sonja Leutholff, Saskia van Onck, Marjatta Ranta-lso en Marjolein Terwindt. Binnen deze groep houdt men zich bezig met het maken van prenten door middel van de moderne en ambachtelijke hoogdruktechnieken zoals hout- en linoleumsnede. Daarnaast onderzoeken de kunstenaars van HOLT de oude hoogdruktechnieken en experimenteren met methoden en materialen. Zij wisselen kennis en ervaring uit, maken gezamenlijke tentoonstellingen en zo ontstaan er kleine samenwerkingsverbanden. Een aantal kunstenaars geeft een workshop waarbij de deelnemers gaan werken met de verschillende mogelijkheden van de hoogdruk. Het doel is het maken van een boek in oplage, waarin het uiteindelijke drukwerk van alle deelnemers gebundeld. De deelnemers beginnen met een rondleiding door het museum en de tentoonstelling. Tijdens deze rondgang krijgen de bezoekers uitleg over de techniek en de geschiedenis. Het bezoek eindigt in het Werkman-atelier waar gedrukt kan worden. Deze speciale dagen worden georganiseerd op de zondagen 17 en 24 maart en 7 en 21 april 2002.
Ga naar topTerug

---

12 januari - 4 maart 2011
'De Blauwe Schuit'

In het museum is een tentoonstelling te zien van de originele uitgaven van De Blauwe Schuit. Uitgeverij De Blauwe Schuit was actief van 1940 tot 1945, de periode waarin een groot deel van het oeuvre van drukker-kunstenaar Hendrik Nicolaas Werkman tot stand kwam. De Blauwe Schuit bestond uit August Henkels, Ate Zuidhoff, Adri Buning en Hendrik Werkman. Het begon in 1939 met het idee voor een driemaandelijkse periodiek, waarvoor Henkels de naam De Blauwe Schuit bedacht. De eerste uitgaven verschenen echter bijna een jaar later. Dat had vooral te maken met het uitbreken van de tweede wereldoorlog. De eerste rijmprent kwam uit handen van Ate Zuidhoff, August Henkels en Adri Buning. Jan Wiegers, lid van de Ploeg, maakte daarvoor de houtsnede. Werkman drukte de prent. De rijmprent zou met de jaarwisseling naar vrienden verstuurd worden, als hart onder de riem in een land 'waar hoop en wanhoop kruisten'. Vooral Werkman, gaf alle verdere uitgaven een geheel eigen gezicht. Fraaie voorbeelden hiervan zijn de Turkenkalender, de Moscovitische Legende en de Chassidische Legenden. Er bestond veel belangstelling voor de uitgaven en er ontstond al snel een vaste klantenkring. Deze afnemers werden de Vrienden van de Blauwe Schuit genoemd. Het verzet tegen de Duitsers lag steeds impliciet in de tekst, maar was alleen voor de goede verstaander duidelijk te zien. Naar vorm en geest nam De Blauwe Schuit een unieke plaats in tussen de andere oorlogsuitgaven.
Ga naar topTerug

---

21 september - 3 november 2010
'Digitale Grafiek Groep noord-Nederland'

Als Digitale Grafiek Groep noord-Nederland (D2G2N) tonen Netty Bouhuys, Herman van Hoogdalem, Ineke Lambers, Heerko Tieleman en Ed Ubels in deze expositie de kunst van digitale grafiek. In D2G2N werken grafische kunstenaars samen die zich hebben toegelegd op digitale grafiek. Digitale grafiek is prentkunst vervaardigd met behulp van digitaal gereedschap, waarbij oude en nieuwe technieken samengaan tot een verrassende variatie in beeldende expressie. Elke vorm van grafiek kent de weg van ontwerp via intermediair (het op enigerlei wijze vastleggen van het ontwerp in reproduceerbare vorm) naar het uiteindelijke afdrukken op een beelddrager. Bij digitale grafiek wordt dat traject geheel of grotendeels elektronisch afgelegd. Zoals de etser een plaat koper of zink bewerkt, de lithograaf de steen, de hoogdrukker het hout of linoleum. Zo werkt de digitale graficus met een beeldscherm en is de muis of digitale pen de vervanger van etsnaald, burijn of guts. De printer geldt dan veelal als de vervanger van de drukpers, al kan het in de computer gegenereerde beeld ook wel langs andere weg (bijvoorbeeld fotografisch of als zeefdruk) worden gereproduceerd. Er kunnen ook mengvormen ontstaan van oude en digitale technieken. Hierbij is niet altijd precies aan te geven waar de grens loopt tussen de computer als hulpmiddel enerzijds en digitale grafiek in de ware zin van het woord anderzijds.
Ga naar topTerug

---

4 mei - 12 juni 2010
'Jan van der Pol'

Het museum toont een losbandig bibliofiel boek van Jan van der Pol, bestaande uit 195 linoleumsneden, waaraan toegevoegd de tekst 'De Hiëroglyphen van Horapollo'. De tentoonstelling wordt in twee delen gehouden. De eerste helft van het boek is te zien van 4 mei t/m 20 mei. Het tweede deel wordt tentoongesteld van 22 mei t/m 12 juni. Met dit bibliofiele boek is één van de grootste grafische projecten in Nederland gerealiseerd. Begin jaren tachtig ontwikkelde Jan van der Pol de gewoonte om dagelijks een aantal tekeningen of aquarellen te maken, die hij in boekvorm samenbracht en bewaarde. Het werden een soort dagboeken die, om zijn eigen woorden te gebruiken, vol staan met: 'visuele overpeinzingen, die als uitgangspunt voor schilderkunstige formuleringen gebruikt kunnen worden'. In het boek presenteert hij een techniek die hij niet eerder heeft gehanteerd, de linoleumsnede. Linoleum is een stevig en taai materiaal en het snijden vereist een vaste hand. De techniek legt de kunstenaar beperkingen op. Ze begrenst de onrust van het handschrift. Van der Pol heeft deze begrenzingen en beperkingen opgevat als een mogelijkheid om heldere beelden te maken. De prenten zijn soms bijna pamfletachtig. Er zijn prenten waarop figuratieve elementen, zoals portretten en landschappen, overheersen en er zijn niet-figuratieve prenten met rasters en bollen. Bijzonder aan het boek is het gebruik van de Latijnse teksten, met Nederlandse vertaling uit het boek 'Horus Apollo' dat werd uitgegeven in 1551 in Parijs en samengesteld door Jacob Kerver. Onder iedere linoleumsnede staat een bijschrift in het Latijn met daarnaast de Nederlandse vertaling. Beeld en tekst hebben geen directe relatie tot elkaar. Het gaat hier om een parallelle aanwezigheid van twee volledige denksystemen. Dit heeft een surreëel effect. Beeld en tekst verhouden zich tot elkaar als dromen tot de werkelijkheid.
Ga naar topTerug

---